Zimbabwe (vervolg) - Reisverslag uit Victoria Falls, Zimbabwe van guusenjur - WaarBenJij.nu Zimbabwe (vervolg) - Reisverslag uit Victoria Falls, Zimbabwe van guusenjur - WaarBenJij.nu

Zimbabwe (vervolg)

Blijf op de hoogte en volg

22 Maart 2014 | Zimbabwe, Victoria Falls

10 Maart
De week begint met speuren naar sporen. De regen heeft alle oude sporen uitgewist en in de modder zijn verse pootafdrukken goed te zien. Ideale omstandigheden.
Voordat we uit de auto stappen, zien we de eerste roofdieren al. Drie hyena's zitten voor ons op de weg. Als we eraan komen, maken ze dat ze weg komen.
Als we verderop uit de auto stappen, zien we tweehonderd meter verderop weer een paar hyena's. Ze rennen achter een paar zebra's aan. Helaas verdwijnen de beesten vrij snel uit beeld.
Iets later zien we weer zebra's en een paar giraffen lopen en regelmatig horen we het hoefgetrappel van de zebra's redelijk dichtbij. Het is eigenlijk de eerste keer dat we tijdens het spoorzoeken, en dus terwijl we te voet door de bush lopen, groot wild in zicht hebben. Best een beetje spannend. Als we rijden overstemt het geluid van de auto de beesten, maar nu horen we dus ook wat we zien. Een extra dimensie, en dus extra leuk.
Na het ontbijt rusten we. Grijze wolken hangen dreigend boven de rivier, maar regenen doet het nog niet. Tussen de wolkjes door bakt de zon stevig door. Het regenseizoen is bijna voorbij, maar tot het zover is schiet het weer gewoon heen en weer tussen hevige stortbuien en broeierige zon.
In de middag gaan we weer beestjes tellen. Het is een inmiddels vertrouwde mix van impala's, wrattenzwijnen, zebra's, giraffen en een paar gnoes. De bavianen tellen we niet, maar ze zitten regelmatig met de hele familie op het pad. De meest brutale apen gaan pas aan de kant als de auto er bijna bovenop zit. De vogels die overvliegen of langs de kant in de bomen zitten worden ook niet geteld, maar wel stuk voor stuk goed bekeken, benoemd en meestal gefotografeerd. Iedereen hier is gek op vogels. Wij ook. Bee eaters, starlings, fowls, hornbills, weavers, whydahs, en gazomaardoor. De variatie in soorten, maten, kleuren en klanken is fantastisch. Een eindeloze bron van vermaak.
's Avonds bij het eten is er weer kaarslicht en rode wijn. We gaan goed op tijd naar bed, want morgenochtend gaan we extra vroeg op.

11 Maart
Het is nog pikkedonker als we wegrijden. We gaan samen met Joe naar een plekje langs de rivier, vlak bij de Falls, om de zonsopgang te fotograferen. Het eerste licht op de 'spray of the falls' kan voor mooie plaatjes zorgen.
Het plekje aan de rivier is schitterend. Een rotsachtig plaatsje, omgeven door struikgewas, direct aan het water. Een brede vlakte vol kolkend water strekt zich voor ons uit. Een paar dode bomen en wat rotspunten steken uit de stroom omhoog. Honderd meter verderop dondert het water de diepte in.
In de ochtendschemer zoeken de fotografen een plekje voor hun driepoten en genieten we van het ochtendlicht op het water. Als Jur wat gesnuif en gescharrel hoort, kijkt hij om. Hij staat oog in oog met een nijlpaard. Het beest is minder dan vijf meter van ons vandaan. Wij staan precies op die ene plek waar je nooit moet gaan staan, tussen het nijlpaard en het water.
In de hektiek van het moment is het lastig communiceren. "Hey guys" zegt Jur. Niemand reageert, want de rivier overstemt hem en de anderen zijn met hun camera bezig. "Nijlpaard!" roept hij, gek genoeg kan hij even niet op het Engelse woord komen. "Hippo!" verbetert hij zich. Iedereen kijkt om en zoekt snel een veiliger heenkomen. Het nijlpaard is inmiddels al omgedraaid en rent terug het struikgewas in. Melissa roept "Awesome!" en probeert nog snel een foto te maken. "This is not awesome, this is very dangerous!" corrigeert Joe haar. Dat had heel veel slechter af kunnen lopen. "There is nothing unexciting about a photoshoot in Africa" grapt Joe.
Vergeleken met de onverwachte up-close-and-personal met de roze-bruine dikzak is de rest van de ochtend duidelijk minder opwindend. De zonsopgang is niet spectaculair, maar vanaf deze plek door de mist de dag zien komen is wel bijzonder. En op een steen naar het stromende water staren is heerlijk rustgevend, zelfs als er elk moment een nijlpaard achter je kan staan.
Na het ontbijt gaan we in het park een modderig stuk weg repareren. Melissa toont zich een Californische valley-girl. Ze houdt niet van fysieke inspanning en vlucht met een smoes en haar laptop in een taxi naar het stadje. De rest van het team werkt zich twee uur lang in het zweet met het verzamelen van rotsen, het dempen van de modderige sporen en het omhakken van een acacia. Zelfs de vrouwelijke ranger die ons met haar geweer moet beschermen tegen eventueel aanstormend wild helpt een handje. Als we klaar zijn mag Guus de proef op de som nemen. De weg moet ook voor vrouwelijke toeristen toegankelijk zijn. Guus rijdt de safari-jeep zonder problemen over het gerepareerde stuk. Missie volbracht dus. Dat ze verderop vast komt te zitten als ze op de weg probeert te keren is natuurlijk hilarisch. Misschien moeten we daar volgende week aan de slag.
's Middags rijden we weer rond om beesten te tellen. Halverwege worden we overvallen door een hevige stortbui. We besluiten terug te keren. Als het onderweg terug weer droog wordt, maken we een omweg om te inspecteren hoe ons werk er bijligt na de bui. Zonder vast te komen zitten in de modder komen we erlangs. Plotseling steekt tweehonderd meter voor ons een katachtig beest de weg over. Een leeuw? Nee, een luipaard! We racen ernaartoe en zien hoe het beest in het struikgewas, ongeveer twintig meter naast de weg, een paar seconden naar ons blijft te kijken. Net als we de camera weer uit de tas hebben gehaald is hij weg. We stappen uit om, bij gebrek aan beter, de sporen te fotografen.
Dan zien we ineens tweehonderd meter achter ons een tweede luipaard de weg oversteken. We springen in en op de auto en scheuren ernaartoe, maar helaas, we zijn te laat. We wachten nog tien minuten, stilletjes om ons heen kijkend, maar nee, het beest is verdwenen.
Twee luipaarden. En een nijlpaard van veel te dichtbij. Een topdag!

12 Maart
We plaatsen weer insectenvallen, dit keer op locaties die ver van ons hutje verwijderd zijn. Op de lange rit ernaartoe zien we geen enkel beest. Zelfs geen impala of wrattenzwijn, en dat zijn toch vaste waarden in het Afrikaanse landschap.
Guus heeft van limonadeflessen wat regenkapjes gemaakt voor boven de ingegraven pindakaaspotten, zodat een eventuele regenbui het onderzoek niet verwatert. Het plaatsen van de kapjes blijkt het hoogtepunt van het hele uitstapje, want ook op de weg terug is er geen beest te bekennen. Zouden de luipaarden alle beesten weggejaagd hebben?
Na het ontbijt bereiden we de lessen voor. Jur gaat samen met Rejoice en Melissa de les over 'pollution' geven aan een andere klas. Guus buigt zich met Simba, David en Brilliant over het net iets te vage onderwerp 'cycles of life'. Zeker omdat David en Simba weinig toevoegen aan de discussie blijft het vaag. Guus lijkt de enige te zijn die zich er zorgen over maakt en besluit zich er dan ook maar geen zorgen over te maken. We zien wel.
Tijdens de lunch kaarten we nog maar eens aan dat we graag iets meer van het park willen zien dan het inmiddels bekende stuk van de twee wegen waar we de hele tijd over heen en weer rijden. Het gaat weer over de kapotte vierwielaandrijving en het regenseizoen. Jur duwt een beetje door en stelt voor dat we eerder vertrekken voor de middagrit, en dat we dan wel zien hoever we komen. En als we vast komen te zitten zien we ook wel weer, toch? Brilliant hapt toe. We gaan eerder weg en rijden zover als we kunnen over de weg langs de rivier. Op de weg terug, en dus later in de middag, doen we dan onze biodiversity monitoring, het tellen van alle zoogdieren die we zien.
Vol goede moed rijden we weg. Zonder te stoppen voor welk beest dan ook rijden we door, steeds verder van huis, verder dan we tot nu toe gekomen waren. Er zitten bijzonder modderige stukken tussen. Glijdend en glibberend, en met een stevige dot gas op de pedalen houdt de chauffeur de kar in beweging. Het ging maar net. Brilliant neemt het stuur over en rijdt verder, op naar de volgende modderstrook. En daar gebeurt dan uiteindelijk het onvermijdelijke.
Midden in een weergaloos modderbad, daar waar de weg al vaak gerepareerd is, maar alle rotsblokken opgeslokt worden door de modderige klei, daar komen we glibberend tot stilstand. We komen niet meer vooruit en ook niet meer achteruit. Met zijn allen duwen helpt niet. Met rotsblokken onder de wielen en takken in de moddersporen proberen we het nog een paar keer. We komen een meter vooruit en zitten dan weer vast.
Natuurlijk begint het dan te regenen. Het is een kort en hevig buitje, maar genoeg om de modder nog wat extra glans mee te geven. Wij laten ons niet kisten en verzamelen meer stenen en takken en duwen verder. Weer komen we los en weer komen we verderop vast te zitten. En nu is er echt geen beweging meer in te krijgen. We bellen hulptroepen.
Terwijl we wachten, gaan we door met pogingen om los te komen. Het duurt zeker meer dan een uur voor er iemand ter plaatse is, dus we hebben alle tijd. We hakken een boom om en verzamelen nog meer rotsen. En Rejoice bidt hardop tot haar god dat hij ons naar huis laat gaan. Met de juiste stenen op de juiste plek onder de wielen, en met de boom als hefboom onder de voorkant van de auto, duwen en tillen we in nog een keer met zijn allen. Het lukt bijna om los te komen. In een ultieme poging doen we ons uiterste best. We duwen en tillen, maken handig gebruik van de eigenfrequentie van de vering, en komen langzaam in beweging. Met veel gezweet en geglibber rijdt de auto achteruit weg uit de modder. Gejuich klinkt door de bush.
Iedereen schraapt de modder van de schoenen en blote voeten en klimt aan boord. We gaan terug naar huis en bellen de hulptroepen af. Omdat we moe zijn tellen we onderweg geen beestjes meer, maar kijken we stil voor ons uit. Zou dit modderbad genoeg zijn om het management te overtuigen van de noodzaak van een 4x4? Of gaan ze ons kwalijk nemen dat we onnodige risico's nemen? We zullen zien.
Als we bijna thuis zijn ziet Jur op de weg de sporen van een leeuw. Verse sporen. Maar geen leeuw. Het zit niet mee vandaag.
Als we thuiskomen zitten Bob en Joe op ons te wachten. Wij springen snel onder de douche, maar Brilliant wordt, zo vertelt hij later, boos aangekeken en gedwongen er direct een rapport over te schrijven. Hij had nooit vroeger weg mogen gaan dan gepland en had moeten laten weten waar hij naartoe ging.
Fris afgedoucht vertelt Jur aan Bob dat het toch wel erg jammer is dat we het onderzoek moeten doen zonder goed gereedschap. Vierwielaandrijving, goede modderbanden onder de auto, degelijk schoeisel voor de gids, en ga zo maar door. Elke dag hetzelfde stukje weg bekijken is niet heel erg verhelderend, dat is geen serieus onderzoek. En we willen best met minimale middelen streven naar maximaal resultaat, maar deze middelen zijn minder dan minimaal. En bovendien, wij zijn hier onder andere omdat er een heel groot nationaal park is waar we onderzoek zouden doen. En daar zien we nu maar een klein stukje van. We zijn dus eigenlijk vals voorgelicht. Bob hoort het allemaal aan en reageert een beetje sip. Hij kan er weinig tegenin brengen. Dat hij even daarvoor Brilliant vermanend heef toegesproken is bij Jur dan nog onbekend.
Bij het eten, als we weer met zijn vijven zijn, vertelt Brilliant wat er allemaal gezegd is toen wij aan het douchen waren. Iedereen wordt er een beetje boos van. Brilliant doet keihard zijn best om ons een goede tijd te bezorgen, helpt daarmee bovendien het onderzoek een stap verder, en krijgt als dank de zwarte piet. Brilliant is behoorlijk gedesillusioneerd. Als het niet zo moeilijk was om een andere baan te vinden, zou hij ontslag nemen, maar ja.
Dan bekent Brilliant dat hij ons moedwillig heeft vastgereden in de modder. Om eindelijk eens een punt te kunnen maken. Hij biedt zijn excuses aan. Wij vinden het niet erg. Vastzitten hoort bij safari, vinden we. En het was leuk om met zijn allen tegen de modder te worstelen en, vooral, om los te komen.
Maar of het het gewenste effect zal hebben, dat moeten we afwachten.

13 Maart
In alle vroegte halen we de insectenvallen op. Dezelfde lange rit heen, alweer zonder beesten. Brilliant vertelt dat hij de avond ervoor nog bezoek heeft gehad van de hoogste baas, om te bespreken wat er allemaal aan de hand was. Hij heeft alle frustraties eruit gegooid en had de indruk dat er geluisterd werd. Hopelijk gaat er dus wat veranderen. Wij hopen het ook.
Op een van de twee plekken blijken de pindakaaspotten opgegraven door hyena's. Ze hebben zelfs een lege pot meegenomen de bush in. Rotbeesten. Op de andere plek zijn de potten ongeschonden en staan ook de regenkapjes van Guus nog fier overeind. Het heeft niet geregend, dus of het echt een succes was weten we niet.
Onderweg terug ruiken we ineens een vieze lucht. "Roken jullie de slang?" vraagt Brilliant. Nou en of. Een Egyptische spugende cobra, zegt hij. En een grote ook, anders zou hij niet zo sterk ruiken. Nu waren we al niet dol op slangen, maar als ze ook nog zo stinken kunnen ze helemaal de pot op.
Iets verderop wacht een leukere verrassing. Zevenentwintig giraffen staan op en naast de weg. Een enorme kudde, ook wel "a tower of giraffe" genoemd. Het lijkt wel alsof alle giraffen uit het park op één plek verzameld zijn. Een fantastisch gezicht.
Voor het ontbijt spreekt Guus nog even met Bob en Joe. Ze maakt duidelijk dat ze erg teleurgesteld is over hoe de heren de dag ervoor om zijn gegaan met Brilliant. De arme ziel zit klem tussen een ambitieloze organisatie en ambitieuze vrijwilligers. En dan krijgt hij van zijn direct leidinggevenden stank voor dank. Dat heef deze hardwerkende goudklomp niet verdiend! Ze sputteren tegen dat ze niet boos waren, dat Brilliant zich niet aan de afspraken heeft gehouden en dat een rapport schrijven heel normaal is in dit soort gevallen. Guus kan daar niets tegenin brengen, maar ze neigt er toch naar de lezing van Brilliant te geloven. Gelukkig is echter wel duidelijk dat de heren, jongetjes eigenlijk nog, onder de indruk zijn van de strenge woorden van Guus. Misschien helpt het een beetje. En Brilliant en Simba zeggen later dat ze erg dankbaar zijn voor de steun in de strijd.
De tweede helft van de ochtend geven we les. Jur worstelt zich met de twee dames door een moeizame drie kwartier heen. Lesgeven in de open lucht aan een ongemakkelijk zwijgzame groep kinderen. Alleen de laatste vijf minuten doen ze leuk mee met het opruimen van hun eigen troep op het veldje rondom de school. Guus heeft meer succes met haar klasje. Dezelfde kinderen als de twee weken hiervoor, en dus een leuke les met enthousiaste kinderen en slimme vragen. Aan het eind van de les moet Guus iedereen een high five geven. Breed glimlachend komt ze weer naar buiten. Wat een schatjes!
's Middags wandelen we weer met de leeuwen. We hebben het inmiddels wel gezien, dat wandelen en dat onderzoek. Mooie beesten hoor, maar het hele spektakel staat wel heel erg ver af van de vrije natuur, en of dit nu de manier is om de populatie voor uitsterven te behoeden, daar zijn we niet van overtuigd. En dat gewacht en gehang onderweg heen en en terug, het is een boel gedoe voor weinig resultaat. Die leeuwen kunnen wat ons betreft beter zonder ons wandelen. En dat zullen ze waarschijnlijk zelf ook zo voelen.

14 Maart
Bij dag en dauw gaan we spoorzoeken. Omdat we altijd beginnen waar we de vorige keer gestopt zijn, is de rit naar het startpunt steeds langer. Onderweg zouden we natuurlijk beesten kunnen tellen, maar dat is te efficiënt voor Afrikaanse begrippen. We genieten dus gewoon in stilte van het landschap, de vogeltjes en de beestjes. We hebben voor het ontbijt wel eens vervelendere dingen moeten doen.
Tijdens de wandeling zien we de altijd terugkerende pootjes van de hyena's. We maken grapjes over hoe Brilliant elke keer de avond ervoor op pad gaat om met stempels pootafdrukken te maken. Alles om de vrijwilligers tevreden te stellen.
's Middags laden we de wagen vol met tenten, bedden, stoelen, eten en andere kampeerspullen. We gaan met zijn allen - de vier vrijwilligers, de twee stagiairs, de gids, de onderzoeker en de ranger - een nachtje kamperen bij The Waterhole. Het idee is om bij volle maan de hele nacht op te blijven en te gaan zitten kijken welke beesten er komen drinken. De tenten en bedden zijn er voor degenen die dat niet volhouden. De ranger is er weer bij om ons te beschermen tegen eventueel aanstormend wild. Een routineklus, maar hij is uitgedost alsof hij een halfjaar naar Afghanistan gaat. Halfautomatisch geweer, koppelriem met reservepatronen, verrekijker, vlindermes, een opgerolde slaapzak op zijn rug, een vest vol handige, maar overbodige dingetjes en nog een geweer. Het ziet er indrukwekkend uit, en als de dames naar hem kijken trekt hij snel een extra stoer gezicht. Gelukkig is deze ijdeltuit een ontzettend aardige gast die hard meelacht met de grapjes die we over hem maken.
Als we aankomen zien we hoe een grote groep bavianen wegvlucht van onze kampeerplaats. Wij laden de spullen uit, zetten alle tenten op en ontsteken de braai. Brilliant braait alsof hij nooit anders doet, Guus en Rejoice bereiden de aardappelen en tomatensaus, de ranger kamt het terrein uit en de rest kletst wat in de rondte en fotografeert de vogels, de zonsondergang en elkaar.
Na zonsondergang eten we snel alles op en gaan we met het laatste glaasje wijn bovenin de kijkhut zitten wachten op wat komen gaat.
Dik een uur gaat voorbij zonder dat er wat beweegt. Vreemde geluiden schallen af en toe over de vlei. Bavianen, hyena's en olifanten, zeggen de experts. We geloven het en turen hoopvol over de vlei naar de maanverlichte drinkplaats en de duistere bosjes erachter.
Ineens begint een donkere vlek te bewegen. Een jonge mannetjesolifant schuifelt langzaam en onhoorbaar richting het water. Met het blote oog is het een bewegende schaduw, maar door ons verrekijkertje zien we duidelijk de contour van een olifant, en door de verrekijker van de ranger zien we zelfs de plooien in zijn slurf. Hij drinkt wat, scharrelt wat rond en gaat dan langzaam terug naar het bos.
Maar daar begint een tweede vlek te bewegen. Een iets oudere jongedame komt tevoorschijn. De twee ontmoeten elkaar halverwege de vlakte en begroeten elkaar. Ze drentelen wat om elkaar heen, snuffelen wat aan elkaar en het heeft er alle schijn van dat we getuige zijn van prille olifantenromantiek. Ademloos kijken we toe hoe de twee hun geruisloze paringsdans dansen, de voorhoofden tegen elkaar, de slurfen gebundeld.
En dan, net als het echt spannend begint te worden, voor de olifanten misschien nog zelfs meer dan voor ons, net als het jonge mannetje iets ondeugends in het oor van de jongedame heeft gefluisterd en zij blozend glimlachend haar lange wimpers heeft neergeslagen, net op dat moment laat David zijn zaklamp uit zijn klauwen lazeren. Een doffe klap echoot over de vlakte en de olifanten maken dat ze wegkomen.
De rest van de avond zien we geen beesten meer. Wel horen we nog bronstige olifantengeluiden uit de bossen opstijgen, maar dat is alles. Starend in het maanlicht vechten we allemaal tegen de slaap. De een na de ander valt op zijn stoel in slaap of zoekt een tent op. Wij blijven wakker tot één uur, maar besluiten dan ook de koude kijkhut te verlaten en een iets warmere tent op te zoeken.

15 Maart
Om half vijf staan we op en gaan we weer naar de kijkhut. We hebben gelukkig geen drinkende beesten gemist, en ook in het laatste uurtje van de nacht blijft het stil. Langzaam wordt het licht. De schaduwen worden struiken en bomen, de hemel kleurt blauw, geel en roze, en de camera's maken er mooie plaatjes van.
Als iedereen weer wakker is improviseren we wat ontbijt, ruimen we langzaam alle tenten en alle zooi op en verlaten we de Waterhole. We rijden terug door de vlei, door het eindeloos hoge gras. Onderweg vangen we nog een glimp op van een groep vluchtende elands en een verscholen sable, de twee soorten antilope die we nog helemaal niet gezien hadden. Verderop nog een gezinnetje wildebeesten en natuurlijk veel vogels. Iedereen is moe, dus we rijden zwijgend terug naar onze huisjes.
Thuis pakken we snel alles uit, nemen we een frisse douche en doen we een welverdiend middagdutje. Daarna gaan we met Melissa en David naar het stadje voor een beetje wijn, een beetje wifi en een beetje geroosterd wild. Het is 'the day after', dus we laten het nachtleven lekker voor wat het is en gaan op tijd naar bed.

16 Maart
Het is zondag. Een uitstekende dag om het heel erg rustig aan te doen. Rustig wat onderbroeken wassen, rustig een stukje schrijven voor het blog, rustig een paar foto's uitzoeken, rustig het stadje in voor een koude cola en rustig een beetje lezen over het vermiste vliegtuig.
's Avonds gaan we met zijn allen, de vier vrijwilligers en Brilliant, naar de Jungle Junction. Het is het buffet-restaurant bij enige vijfsterrenhotel in de stad. De vijf sterren zijn er misschien vooral omdat het hotel gebouwd is op een fantastische locatie. Vanaf het terras hebben we uitzicht over een stukje regenwoud, de kloof met de brug naar Zambia en daarachter de opstuivende 'spray of the falls'. De volle maan maakt het plaatje compleet. Een volmaakt decor voor een bord vol krokodillestaart, wrattenzwijn en talapia.
Tijdens het eten krijgen we, natuurlijk, een voorstelling van inheemse zang en dans. Verkleed als krokodillen, leeuwen en blanke mannen springen de dansers de benen uit hun lijf, opgezweept door trommels en meerstemmige zang.
Het enige minpuntje van deze geslaagde avond is dat onze ober, een zwarte man, iedereen netjes bedient en bijschenkt, maar meerdere keren voorbijgaat aan Brilliant, de enige zwarte man aan onze tafel. Het schijnt vaker te gebeuren. Brilliant is duidelijk een local, en daar hoeft hij geen tip van te verwachten, dus daar doet hij zijn best niet voor. Als we de man aanspreken op zijn racistische gedrag ontkent hij iemand overgeslagen te hebben, maar het is te laat. Hoe lekker het eten ook was, hij kan fluiten naar zijn tip.

17 Maart
De week begint weer met spoorzoeken. We zien vooral weer pootafdrukken van de hyena's, natuurlijk het werk van Brilliant met zijn hyena-stempels. Sporen van andere grote roofdieren zien we niet, maar wel heel veel voetstapjes van olifanten, giraffen, zebra's, jakhalzen, diverse antilopen en kleine katten. Helaas zien we tijdens het lopen geen grote beesten. Of misschien moeten we er blij om zijn, want de ranger die ons vandaag vergezelt is een goed opgemaakte jongedame op halfhoge hakjes. De vraag hoe zij om zou gaan met een agressieve olifant blijft gelukkig onbeantwoord.
Als we een grote steen van de weg halen zien we een schorpioen, maar die blijft rustig zitten, dus dat redden we ook wel zonder geweer. En onderweg terug zien we een grijsbok in de struiken. Het is een redelijk zeldzame en vooral erg kleine antilope, dus we boffen dat we er een zien.
Terug bij de hut gaan we aan de slag met de insecten die we vorige week gevangen hebben. Ze hebben iets te lang in het water gelegen. Vooral de lucht van de dode toktoki, een grote zwarte kever, is niet te harden. En veel andere insecten vallen uit elkaar als we de vleugels en de pootjes proberen te spreiden. Omdat we niet in staat zijn om de beesten goed te identificeren, besluiten we ze netjes te fotograferen. We leggen de dode zespoters op een wit bord, in een laagje water zodat de vleugels en pootjes goed spreiden, naast een muntstuk van één Rand en maken met een macro-lens een hele reeks foto's. Voor een expert is het nu een koud kunstje om ze goed te benoemen. Wat ons betreft is dit de nieuwe manier van werken, maar het zou natuurlijk best kunnen dat deze systematische aanpak verloren gaat als wij vertrokken zijn. Wie weet.
In de namiddag gaan we weer beesten tellen. Een groep olifanten steekt plotseling voor onze neus de weg over en verdwijnt net zo plotseling in het struikgewas. De giraffen kunnen zich minder goed verstoppen. Hun tactiek is om stil te gaan staan en te doen alsof ze een boom zijn. Maar als ze ons zo onnozel aan blijven staren en met hun oren blijven klapperen, houden ze ons niet voor de gek.

18 Maart
In het donker vertrekken we weer met Joe om foto's te maken van de zonsopgang. Het is een ander plekje dan vorige week en gelukkig worden we hier niet verrast door insluipende nijlpaarden. De zon komt langzaam op, de rivier stroomt eindeloos door, de spray hangt mistig aan de horizon, verderop in het water gaapt een nijlpaard en de Egyptische ganzen vliegen in formatie voorbij. Het leven is goed, hier op de oever van de Zambezi.
Na het ontbijt gaan we weer werken aan de weg. Melissa laat het weer grandioos afweten, ze smoest dat ze foto's moet bewerken. De afgelopen weken konden we met onze jeep niet rijden over de Liunga Loop omdat de eerste tweehonderd meter bijzonder blubberig waren. Nu het een paar dagen niet geregend heeft is de tijd gekomen om er wat aan te doen. Op het laagste punt graven we een afwaterkanaal en een goot dwars over de weg. Daarna rapen we verderop langs de weg genoeg rotsen om de goot in de weg te vullen. Dit zou genoeg moeten zijn om de ergste nattigheid af te voeren. En al zeggen we het zelf, het ziet er professioneel uit. Gewoon twee uurtjes zweten met acht paar handen. Nuttig en nog leuk ook.
Na het welverdiende middagdutje gaan we weer beesten tellen. We zijn pas net onderweg als we langs de weg een groep grazende olifanten zien. We zetten de motor stil en gaan rustig zitten kijken. Het is een groep van zeventien olifanten, met drie kleintjes in de groep. De beesten trekken zich niets van ons aan. Langzaam schuifelen ze van de ene kant van de weg naar de andere. Ze trekken af en toe een tak van een boom en wat gras uit de grond en passeren onze jeep op een paar meter afstand. Het lijkt erop dat ze ons niet eens zien, horen of ruiken.
Na een kwartiertje komt er een einde aan de voorstelling. Drie volwassen olifanten steken de koppen bij elkaar, kijken even onze kant op en gaan daarna met de groep verder het bos in. Hier hoef je geen olifantoloog voor te zijn, de beesten hadden ons wel degelijk in de gaten en hadden nu geen zin meer in pottenkijkers.
Wij rijden snel door, nemen een zijweg en wachten de groep op aan de oever van de rivier. En ja hoor, even later komen de eerste olifanten uit de bomen tevoorschijn en lopen ze langzaam grazend naar het water.
Ondertussen zijn in datzelfde water drie nijlpaarden aan het badderen. Om de paar minuten steken ze hun neusgaten, ogen en oren boven water. En als toegift gaapt een van de nijlpaarden vol overgave. De opengesperde roze bek van het moddergrijze beest was precies de foto die we nog niet hadden. Bingo!

19 Maart
Het is nog vroeg, maar het is heet. Heel erg heet. Het regenseizoen lijkt voorbij te zijn, we hebben sinds donderdag geen druppel meer gezien. En zonder een lekker verkoelend regenbuitje op zijn tijd stijgt de temperatuur genadeloos door. Een thermometer hebben we niet, niet nodig ook, het is gewoon heet, en er is niks aan te doen.
We zoeken weer naar sporen. Weer geen leeuwen, weer geen luipaarden, weer geen cheeta's, maar weer wel een paar hyena's. Het is wel duidelijk wie hier de baas is in het bos. De hyena-stempels van Brilliant zijn inmiddels een running gag waar iedereen elke keer toch weer hard om moet lachen.
Na het ontbijt haken we af voor het vogelkijken. Guus is al ruim een week aan 'de dunne' en vindt dat wel lang genoeg. We gaan dus naar de dokter. Pauline, onze favoriete taxichauffeur, rijdt ons rond. Eerst naar de dokter, die al snel de gewenste antibiotica voorschrijft. Daarna naar de apotheek, waar we bijna veel te veel pillen meekrijgen. En dan nog even naar de supermarkt voor wat rehydraterende cola.
Onderweg vertelt Pauline haar levensverhaal. Over hoe haar moeder ziek werd en ze als zestienjarige voor haar broertjes en zusjes moest zorgen en dus haar school niet afmaakte. Over hoe ze daarna met haar tweede vriendje trouwde en drie kinderen kreeg. Over hoe hij haar sloeg en hoe dat een keer zo erg was dat ze eindelijk wegvluchtte. Over hoe ze daarna de kost verdiende als prostituee. En hoe ze uit dat dal is gekomen door te sparen voor een rijbewijs en hard te werken als chauffeur, nu sinds kort met haar eigen taxi. Ze vertelt het allemaal met een gulle lach op haar gezicht. Een sterke vrouw die overleeft in de Afrikaanse wildernis.
In de middag doen we weer een rondrit. Het is olifantenweek, zo blijkt. Van ons mag het elke week olifantenweek zijn, we krijgen er geen genoeg van. Ook niet van de andere beesten, trouwens. Maar de olifanten blijven toch elke keer een hoogtepunt. Misschien omdat we ze de eerste weken nauwelijks gezien hebben. Ze houden niet van lopen in de modder, dus bleven ze tijdens de regen vooral in het zanderige deel van het park. Nu de boel opdroogt komen ze naar de rivier. Ze zijn van harte welkom.

20 Maart
We gaan iets nuttigs doen in het regenwoud, vlak bij de Falls. Een mooie kans om nog een keer te genieten van 'the smoke that thunders'. En thunderen doet hij deze morgen. Meer dan op de eerste dag dat we er waren. De spetterwolk is veel groter en natter en de waterval zelf schuimt nog harder over de rotsen. Allemaal dankzij de regen die de afgelopen weken is gevallen in het stroomgebied. Soms zien we door de mist en de regen de hele waterval niet meer. Zeiknat wordt je ervan, zelfs als je een regenjas aan hebt.
Onze nuttige daad is dat we het gras maaien langs een van de paden in het park. We doen dat niet met een grasmaaier, maar met de hand. Met origineel Afrikaanse grasmaaimessen, een soort zwaarden met omgebogen punt. Helaas zijn de messen heel erg bot en is het gras heel erg stug. Het is een hopeloze klus. Werkverschaffing en tijdverspilling voor vrijwilligers. Gelukkig mogen we na een klein uurtje grashakken ophouden en gewoon, als brave toeristen, naar de waterval gaan kijken.
Na het ontbijt geeft Brilliant ons les over de bomen en hun toepassingen. Als we na de introductie opstaan van tafel om de tuin in te lopen, begint Jur plotseling te schreeuwen, te vloeken en te dansen. Hij blijkt gestoken door een schorpioen die langs zijn broekspijp omhoog was gekropen en knel kwam te zitten tijdens het opstaan. Het doet vreselijk veel pijn. Een soort wespensteek, maar dan een keer of honderd erger. Net boven de knieholte van zijn rechterbeen.
Brilliant trapt het beest dood en stelt Jur gerust. Hij gaat niet dood en de pijn gaat vanzelf over. Vijf minuten, zegt hij. Jur klemt de kaken op elkaar en begint met aftellen. Een fles ijskoud water op de plek des onheils brengt een beetje verlichting.
Vijf minuten gaan voorbij. De pijn houdt aan. Een half uur gaat voorbij. Het wordt niet minder. Een uur later nog steeds niet. Jur gaat niet mee naar de stad om boodschappen te doen voor het afscheidsdiner van morgen, maar gaat op bed liggen, met ijs op zijn been. Een paar uur later is de pijn nog steeds redelijk gekmakend, maar ja, we moeten de hort op. Als symbolisch afscheid van Zimbabwe hebben we een sunset cruise geboekt op de rivier waar we al vier weken over uitkijken. Geen moment om te missen, ook niet als er net een schorpioen in je poot gestoken heeft.
Als we met zijn vijven op de boot op de Zambezi zitten, en niet veel later het eerste glaasje wijn erin zit, wordt de pijn langzaam minder. De sunset cruise vaart langzaam over de brede rivier, langs ons huisje, langs vogels op de kant, nijlpaarden in het water, nog meer vogels in de bomen, olifanten en buffels op de kant, en natuurlijk de eindeloze watermassa en een dramatisch goudkleurige zonsondergang. En dat alles gegarneerd met lekker hapjes en koele witte wijn.
Na de cruise gaan we eten bij de Safari Lodge. Vanaf de tafel hebben we uitzicht op een waterplaats in de bush. In het maanlicht zien we af en toe een olifant een slokje nemen. We geven Brilliant als dank voor alle goede zorgen onze zaklamp. Het ding geeft een ontstellende berg licht en is eigenlijk onmisbaar als je 's nachts een wandelingetje wilt maken. En dat doet Brilliant graag, dus hij is er erg blij mee. Het lampje kan zijn leven redden, zegt hij. Daar zijn wij dan ook blij mee.
Het eten is voortreffelijk, de wijn net zo goed, en het gezelschap inmiddels zo vertrouwd dat het alleen maar gezellig kan zijn. Aan het eind van de avond brengt Pauline ons thuis. Gelukkig is de pijn ook grotendeels verdwenen, dus kunnen we allemaal moe en voldaan gaan slapen.

21 Maart
Het is onze laatste dag in Zim. Bij wijze van afscheidstour door het park doen we vandaag een gamedrive van een halve dag. We gaan proberen de Liunga Loop te ronden. Onze wegwerkzaamheden hebben de weg heropend en hopelijk heeft de zon de rest van de weg voldoende gedroogd.
Langzaam rijden we over de weg. Nou ja, weg, het is dat er geen bomen groeien, maar verder lijkt het toch meer off-the-road. Diepe geulen, grote rotsen, overhangende takken, bruggen die onder water staan, het is Camel-Trophy waardig terrein. En natuurlijk doen wij het niet in een deugdelijke 4x4, maar in onze vertrouwde achterwielaangedreven safari-jeep. We hebben scheppen en bijlen bij ons, dus wat kan ons gebeuren?
Bij een bijna ingestort bruggetje wordt het even spannend. Kunnen we er wel overheen? Het bruggetje is smal, vol scheuren in het beton en aan het eind zit een diepe kuil. Bob en Brilliant leggen een paar stenen in het gat, iedereen stapt uit en gaat te voet alvast naar de overkant en Bob stuurt de auto behoedzaam naar de overkant. Het scheelt weinig, maar het lukt. We kunnen verder.
Wie zien buffels in de struiken, hyena's op de weg en vogeltjes in de lucht. De bush langs de weg is schitterend. Ruige struiken, kris-kras-kros doorsneden door olifantenpaden, rode aarde, zanderige vlakken, dunne stroompjes en een grassige vlei.
Vlak voor een modderige passage stoppen we voor het ontbijt. Gekookte eieren, spek, klef wittebrood met pindakaas, een appeltje en een glaasje aanmaaklimo voor de dorst. Bob en Brilliant verkennen de modder. Het moet lukken, maar voor een van de stukken hebben we wel wat rotsen en stammetjes nodig. Dus rijden we een stukje terug om te rapen en te hakken.
Met twee kleine boompjes achter de auto en een lading rotsen in de bak rijden we tot aan de plek. Alle ingrediënten worden zorgvuldig in de modder geplant, Bob neemt een aanloopje met de auto en ... glijdt halverwege van het paadje en zit vast in de modder. Daar gaan we weer.
We duwen, we trekken, we scheppen, we verplaatsen de rotsen en de stammetjes, we duwen nog harder, maar we komen niet los. Ten einde raad halen Bob en Brilliant de krukas tevoorschijn waarmee ook de voorwielen aangedreven kunnen worden. Ze krikken de auto op, kruipen eronder in de modder en draaien met de hand de vereiste boutjes vast. Het blijkt net genoeg om ons bijna los te trekken. Met vereende krachten helpen we de auto om echt los te komen. Op blote voeten, glibberend in de modder geven we een laatste duw en daar gaan we. Gejuich klinkt over de vlakte. De toegevoegde waarde van vierwielaandrijving behoeft geen verder commentaar.
Een kwartier later hebben we de loop gerond en rijden we terug over de weg die we inmiddels bijna volledig kunnen dromen. Heel veel beesten hadden we deze rit nog niet gezien, maar daar komt gelukkig nog verandering in. We kruisen twee kuddes olifanten, een groep giraffen en natuurlijk ook nog wat impala's en een wrattenzwijn. En een heleboel vogels, maar dat spreekt voor zich. Een waardige afscheidsrit, met alles erop en eraan.
Terug bij de ons huisje schrobben we de modder van onze schoenen, armen en benen, en springen we onder de douche. Aan de lunchtafel besluiten we dat we het middagprogramma maar gaan schrappen. Het is inmiddels bijna drie uur en we hebben geen zin om ons te haasten voor een tripje naar een authentiek Zimbabwaans dorpje. We nemen liever de tijd om heel even te rusten en daarna het afscheidsdiner voor te bereiden.
Als Bob aanschuift hebben we het toch nog maar eens over de 4x4. Waarom is alles zo beroerd geregeld? En waarom duurt het zo lang om het te repareren? En beseffen ze wel dat het eigenlijk best gevaarlijk is om zonder goed gereedschap de wildernis in te gaan? Et cetera.
We vertellen Bob niets wat hij zelf niet ook al wist. En hij ergert zich er ook aan. Maar de grote baas is een boekhouder die niet heel erg geïnteresseerd is in zijn onderzoek. En die bovendien slecht leiding geeft, bijvoorbeeld aan de duidelijk disfunctionerende baas van het wagenpark. Dus roeit Bob behoedzaam met de riemen die hij heeft, en doet hij zijn best om het onderzoek voort te duwen, tegen de stroom in. Omdat hij het wetenschappelijk interessant vindt, maar natuurlijk ook omdat het een aantal mensen van werk voorziet. Het is geen vrolijk verhaal. Een slechte baas die de boel verpest voor zijn goedwillende werknemers. Waar hebben we dat meer gehoord?
We beloven dat we onze gedachten en ideeën over het wel een wee van het project zullen mailen aan de grote baas. Met cc'tjes naar de organisatie waar we onze reis geboekt hebben. Wie weet helpt dat een beetje. Maar we hebben er wel een hard hoofd in.
In de avond hebben we een afscheidsdiner in de tuin van ons huisje. Kampvuur, grote tafel, kaarslicht en genoeg te eten en te drinken. We zijn met de vier vrijwilligers, Brilliant, Rejoice en Simba, Bob en Joe. Guus heeft heerlijke bruscetta's gemaakt, Melissa heeft een lekker taart gekocht en onze vaste kokkin heef een extra smakelijk maaltje gekookt. Het is een gezellig, gemoedelijk laatste avondje.
Om half tien vertrekken de gasten richting de stad en blijven we over met de vaste vijf. Het is bedtijd. Morgen inpakken en wegwezen. Weemoed hangt in de lucht.

22 Maart
We proppen alle kleren en de twee giraffen in de tassen. Wat we niet meer nodig hebben laten we achter. De wandelschoenen van Guus zijn een cadeautje voor Brilliant. Ook dat kan zijn leven redden, en aangezien de slechte baas ze niet voor hem koopt en hij er zelf geen geld voor heeft, laat ze ze graag achter.
Bij het ontbijt wisselen we nog wat foto's en e-mailadressen uit en dan is het ineens zover. Een busje staat klaar om ons naar het vliegveld te brengen.
Vier weken in de bush zijn voorbij gevlogen. Vooral dankzij Brilliant was het een heerlijke tijd. En dankzij alle koks en schoonmaaksters en chauffeurs. En ook dankzij onze huisgenootjes Melissa en David. Zoals alle mensen hebben ze hun leuke en minder leuke kanten. We zijn stiekem een klein beetje opgelucht dat we binnenkort weer met zijn tweeën zijn en met échte vrienden, maar toch, het was goed gezelschap.
Maar het leukste, het mooiste, het beste van alles wat we de afgelopen weken hebben meegemaakt was toch de beestenboel. Een achtertuin aan de rivier waar elke dag een andere verrassing te zien was. Bavianen, bushbucks, wrattenzwijnen, vervet monkeys, buffels, een olifant, een nijlpaard, wilde katten, grote hagedissen, mongooses en talloze vogels. En dan verderop in het park nog veel meer grote, mooie, smakelijke, gevaarlijke en vreedzaam grazende beesten. Het gevoel dat je gedoogd wordt door een kudde olifanten, een groep zebra's, een toren giraffes of een familie impala's. Dat gevoel is fantastisch, schitterend, weergaloos. Het is waarachtig een wild leven. Waanzinnig.
Met licht vochtige oogjes en droevige blikken over en weer nemen we afscheid. Onderweg naar het vliegveld passeren we nog een grote groep bavianen, en dan zijn we definitief weg uit de wildernis.
Waar we het aan verdiend hebben weten we niet, maar we vliegen business-class naar Johannesburg. Zo luxe hebben we nog nooit gevlogen. Een echt glas bubbeltjeswijn voor het vertrek, een zee van beenruimte, een steward die vraagt wat mevrouw Lachmeijer en meneer Hoogervorst willen eten en een chique gedekt tafeltje om van te eten. Voor het eerst vinden we het jammer dat de vlucht zo kort is.
In Joburg worden we opgepikt en naar een lodge gereden. Geen grote luxe, maar gelukkig wel een comfortabel bed, een warme douche en een beetje groen om over uit te kijken. Aan de eettafel vragen we aan de andere gasten of het de moeite is om morgen de stad in te gaan. Iedereen haalt zijn schouders op. Johannesburg is een verwaarloosbare stad. Waarschijnlijk blijven we morgen een beetje hangen rond de lodge, tot we eind van de middag naar het vliegveld gaan.

  • 23 Maart 2014 - 15:06

    Paula:

    Nou, jullie hoeven voorlopig niet naar de dierentuin.
    Goede reis.

  • 26 Maart 2014 - 15:54

    Sheda:

    Prachtige fotos!! echt genieten.
    Veel liefs Sheda

  • 02 April 2014 - 19:15

    Maurice Koenis:

    De opmerking van Paula vind ik GENIAAL!
    Een goede thuiskomst.

    LIEFS en Moedig Voorwaarts, Maurice

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 02 Okt. 2013
Verslag gelezen: 4146
Totaal aantal bezoekers 33668

Voorgaande reizen:

07 Oktober 2013 - 31 Maart 2014

180 dagen rond de wereld

Landen bezocht: