Zuid-Afrika - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van guusenjur - WaarBenJij.nu Zuid-Afrika - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van guusenjur - WaarBenJij.nu

Zuid-Afrika

Blijf op de hoogte en volg

21 Februari 2014 | Zuid-Afrika, Kaapstad

7 Februari
33 uur in een vliegtuig is te lang. Veel te lang. Heel veel te lang. Het stukje van vier uur van Auckland naar Brisbane lijkt nog op een gewone vliegreis, maar daarna wordt het een onbehoorlijke slijtageslag. Ondanks de extra beenruimte is slapen onmogelijk. En een mens kan ook niet eindeloos blijven lezen of non-stop films kijken. Het zitvlak is er gewoon niet voor gemaakt en ook ogen worden schraal. Heel even écht liggen zou zo fijn zijn, maar helaas is daar geen ruimte voor. Zelfs niet aan boord van 's werelds grootste passagiersvliegtuig.
Maar goed, op een warme namiddag komen we aan in Kaapstad. Met angstaanjagend dikke enkels lopen we verrassend snel langs de immigratie, de bagageband en de douane, via een pinautomaat, naar de autoverhuur. En even later rijden we in een witte Volkswagen Polo de wijde wereld weer in. Gelukkig waren we al gewend aan het rijden aan de verkeerde kant van de weg. En gelukkig heeft TomTom ook Zuid-Afrika in het assortiment. Zonder carjacking bereiken we het guest house.
Het is een perfecte plek. Het Reading House stamt uit 1886 en heeft sindsdien weinig charme verloren. Het uitzicht over de velden is vervangen door een uitzicht over de wijk Newlands, maar gebleven zijn de hoge plafonds met figuurstucwerk, de tegelvloer en rode loper in de gang en de grote zonnige ramen rondom. Het is een reading house, dus hebben we geen tv op de kamer, maar wel twee huiskamers met boekenkasten en comfortabele banken. Rondom het huis een mooi aangelegde victoriaanse tuin, een zwembad en natuurlijk een stevige muur om het gespuis buiten te houden. De ibissen en parelhoenders hebben geen last van de muur, die fladderen naar believen de tuin in en uit.
Het is een heerlijke plek om rustig te zitten met een boekje, maar wij zijn in eerste instantie vooral geïnteresseerd in de douche en het kingsize bed. Morgen zien we wel verder.

8 Februari
De uiterst voorkomende gastheer serveert elke morgen met veel plezier en gepaste trots het ontbijt. Hij is een 'qualified chef' en heeft onmiskenbare kwaliteiten. Het is zonder enige twijfel het best verzorgde en smakelijkste ontbijt ooit. Fruit, eieren, yoghurt, brood, zoetigheid, kaas en vlees, sapjes, koffie, alles erop en eraan, alles even lekker.
Met ronde buiken rijden we de stad in. Op aanraden van een van de andere gasten gaan we naar 'The Waterfront', de oude haven waar het tegenwoordig barst van de restaurantjes en winkeltjes. We slenteren rond, maken een fotootje van de beelden van Mandela en Tutu, maken nog een fotootje van de Tafelberg, slenteren verder en kopen kaartjes voor een bezoek aan Robben Eiland op maandag.
Na twee uurtjes zijn we uitgeslenterd en stiekem ook al uitgekeken op het toeristenoord aan het water. We kopen een broodje-om-mee-te-nemen en gaan weer naar huis. Op de bank in de zonnige leeskamer kijken we lui toe hoe Sven, Jan en Jorrit zich op het ijs in het zweet werken. Daarna dwingt de jetlag ons tot een middagdutje.
's Avonds eten we een paar straten verderop in een net iets te chique restaurant. We voelen ons in onze korte broek en slippers een klein beetje underdressed, maar compenseren dat gewoon met het vijfgangendiner met wijnarrangement dat hier voor een spotprijs geserveerd wordt. Het is allemaal heerlijk.
Vlak naast onze tafel zit een pianist een hele reeks golden oldies en evergreens aan elkaar te breien. Zijn vrouw zit ernaast aan een tafel stilletjes te genieten. Tussendoor maken we een praatje met ze. John en Lindsey zijn vreselijk vriendelijk. In korte tijd vertellen ze redelijk veel over ZA, over de apartheid, over leuke plekjes in en om Kaapstad en over zichzelf. Aan het eind van de avond bieden ze aan om ons naar ons hotel te brengen. Helaas hebben ze geen idee waar het is, en aangezien wij het ook niet weten, kiezen we toch maar voor een taxi. De taxichauffeur blijkt ook geen idee te hebben, maar dankzij de centrale zijn we even later toch weer thuis in ons ommuurde paradijsje.

9 Februari
Na het wederom fantastische ontbijt gaan we op pad voor een tocht langs de toeristische hightlights van de stad. Eerst naar de Tafelberg. Stapvoets in de file de berg op, dan parkeren in de berm, een stukje wandelen, in de rij voor de kabelbaan en dan eindelijk echt omhoog. In een panoramisch ronddraaiende cabine zoeven we in een minuutje naar de rand van de tafel. We stijgen vlak langs de wand en zien zo van dichtbij dat er ook volop geklommen en geabseild wordt. Het is een echte berg. Steil, rotsig, en verrassend hoog ook.
Bovenop is het uitzicht rondom redelijk fantastisch. Op echt heldere dagen moet het spetterend zijn, maar wij hebben een beetje last van de beruchte Table Cloth, een mooi wit kleedje van wolken dat over de rand hangt. Tussen de witte flarden door kijken we uit over de baai, Robben Eiland, de Kaap, de stad en alle omringende stadjes, strandjes en bergen. En terwijl we van uitzichtpunt naar uitzichtpunt lopen zien we ook nog wat mooie vogels, hagedissen en een paar dassies. De dassie is een soort konijn zonder oren, een soort hamster misschien meer, maar in ieder geval een redelijk schattig beest dat dankzij plakkerige zweetvoeten heel goed op de steile rotsen kan leven. Het lijkt erop dat zonnebaden de favoriete bezigheid van de dassie is.
Als we uitgekeken zijn, dalen we weer af en beginnen we onze rondrit over het schiereiland richting Kaap de Goede Hoop. De weg slingert langs de kust, langs rotsen waar de golven uiteen spatten en langs strandjes waar de golven door lokale surfers bereden worden. We rijden door dorpjes waar welgestelde mensen een glimmend huis met uitzicht hebben en langs townships waar arme sloebers in doffe golfplaten een uitzichtloos bestaan leiden. En hoewel we genoeg ruimte hebben op de achterbank laten we alle lifters staan. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. En arme zwarte Afrikanen tellen niet mee, is dan de treurige conclusie. Er is nog steeds een donkere schaduwzijde aan dit zonnige land.
Langs de kant van de weg staan ook regelmatig borden die waarschuwen voor de bavianen. Dat het gevaarlijke, wilde beesten zijn. En dat je ze echt niet moet voeren. Wij hebben ervaring met hongerige apen, dus we houden de mueslireepjes opgeborgen en alle ramen en deuren gesloten. Maar wat we ook zien, geen bavianen.
Na een uur of anderhalf bereiken we het nationale park waar de Kaap in ligt. Rotsige heuvels met lage begroeiing. We kijken goed uit voor bavianen en andere beesten, maar zien alleen af en toe een vogel opvliegen. Tot we ineens een hele familie struisvogels zien lopen. Twee volwassenen en drie kleintjes, nou ja, jonge struisvogels in ieder geval. We hadden ze al ergens in de wei zien staan en op ons bord zien liggen, maar zo vlak langs de kant van de weg zijn ze toch wel een stukje indrukwekkender. Wat een joekels!
We rijden eerst naar Cape Point, een uitzichtpunt op een hoge rots met een vuurtoren. We zijn er natuurlijk niet alleen. Tientallen bussen en auto's vol toeristen zijn er al als we aankomen. Het uitzicht over de zee is wel mooi, maar niet echt bijzonder. En langs de klippen naar beneden kijken hoe de golven uiteen slaan hebben we onlangs ook mooier gedaan. Met de nasmaak van Nieuw Zeeland nog vers in de mond is het uitzicht eigenlijk verwaarloosbaar. Dus rijden we snel door naar de échte kaap. Ook daar geen onthutsend uitzicht, maar de wetenschap dat dit Dé Kaap is waar we al op de lagere school verhalen over hebben gelezen, maakt een boel goed. Die kunnen we afstrepen. Fotootje erbij. En weer door.
Langs de oostkust van de kaap is een strandje waar pinguïns zitten, dus daar moeten we naartoe. En inderdaad, op een strandje in het plaatsje Simons Town, waar de kinderen gewoon in de branding spelen, waar hele gezinnen met hun koelbox onder een parasol zitten, daar zitten ook tientallen pinguïns op een rots. Tussen de pinguïns zitten toeristen foto's te maken. De beesten zijn het gewend. Een afstand van een halve meter is meer dan genoeg om ze niet weg te jagen. Dat is wel even anders dan we in Nieuw Zeeland gewend waren.
De vogels staan een beetje onbeholpen voor zich uit te staren en waggelen onhandig en traag richting de zee. Maar zodra ze in het water zijn, komt de ware aard boven en zwemmen ze razendsnel rond. Grappige beesten en een bijzondere plek. Heel anders dan Scheveningen of Artis. De inwoners van Simons Town boffen maar. Alhoewel, de pinguïnkolonie stinkt wel een uur in de wind, dat wel.
Helemaal voldaan gaan we een stadje verderop eindelijk eten. Een ongedwongen restaurantje zit aan het water. De golven botsen vlak voor onze neus tegen de wand van een buitenzwembad. Het water dat over de rand komt houdt het zwembad lekker vol en fris. Goed geregeld. Terwijl we op het eten wachten, zien we een meter of honderd uit de kust een groep dolfijnen langszwemmen. Niet van die onrustige, wild springende beesten als waar we in NZ mee gezwommen hebben, maar keurig rustige dolfijnen die af en toe met de vin boven water steken. En dan zien we even later ook nog een zeehond zwemmen. Kortom: een topplek. En het eten was nog goed ook. En niet duur. Wat een land!

10 Februari
We doen een rondleiding op Robben Eiland. Vanaf het museumpje aan The Waterfront vertrekt een kleine veerboot naar het eiland. De zon schijnt volop en de zee is kalm. Vanaf de boot zien we Kaapstad steeds kleiner worden, tot alleen de Tafelberg overblijft. Na drie kwartier varen zijn we er.
Op het eiland gaan we eerst een rondje rijden met een bus, langs allerlei plekken rondom de gevangenis. Het postkantoor, de kroeg, de kerk, de woningen van de bewakers, de plek waar gevangen zeewier uit het koude water moesten halen, en de steengroeve waar ze in de bakkende zon stenen moesten hakken. Los van alle historische waarde is het geen bijzonder eiland, maar de wetenschap dat dit eeuwenlang een plek was om politieke tegenstanders op te sluiten, maakt elk schuurtje en elk weggetje toch indrukwekkend.
Na een uurtje eindigt de busrit bij de gevangenis en wordt het écht indrukwekkend. We krijgen een rondleiding van een voormalige gevangene. De man vertelt openhartig over hoe hij er ooit zes jaar opgesloten heeft gezeten. Hoe hij opgepakt was en na drie weken rondreizen van gevangenis naar martelplek uiteindelijk op het eiland aankwam. Hoe hij met zestig anderen in een klein zaaltje opgesloten zat. Hoe zwarten nog net ietsje minder te eten kregen dan de kleurlingen en Indiërs. Hoe er vijf dagen per week hard gewerkt moest worden, op zaterdag gevoetbald werd en op zondag iedereen de hele dag binnen moest blijven. Hoe er elke avond over politiek gepraat werd, maar niet in het Engels, zodat de bewakers het niet konden verstaan. En hoe hij, een paar jaar geleden, gebeld werd met de vraag of hij terug wilde komen naar Robben Eiland om gids te worden.
De rondleiding voert via de cel waar de gids zelf ooit zat, over een binnenplaats naar het gebouw waar de kopstukken alleen in een celletje opgesloten zaten. Mandela zat achter het vierde raam van links. We lopen met de groep door de gang en kijken de cellen in. Iedereen maakt een foto van de cel van Mandela. Het is een hok van ongeveer twee bij twee meter. Een klein raampje met tralies kijkt uit over de binnenplaats. Er was een dun matrasje met een deken, een emmer die als po dienst deed en een plankje aan de muur om wat spullen op te leggen. Aan de gangzijde een deur en een raam met tralies. Geen privacy, geen ruimte, geen waardigheid. Onvoorstelbaar dat hij hier achttien jaar opgesloten heeft gezeten.
Stil lopen we verder naar een ander gebouw, waar isoleercellen zaten en waar, in de nadagen van de apartheid, gevangen moesten wachten tot ze dan uiteindelijk toch vrij werden gelaten. Er hangen teksten aan de muur van de voormalige gevangenen. Wijze woorden, bijzondere gedachten, ontroerende verhalen. Om doodstil van te worden.
Maar ook in deze indrukwekkende omgeving blijken sommige toeristen vreselijk oppervlakkige mensen te zijn. Schaamteloos laten ze zich fotograferen achter de tralies, gemaakt wanhopig kijkend of, nog erger, breed glimlachend.
Aan het eind van de rondleiding vraagt de gids of we nog vragen hebben. We hebben er duizend, maar we weten niet waar te beginnen.

11 Februari
We vertrekken uit Kaapstad en rijden in ons volkswagentje het land in. De N2 leidt ons naar het oosten, richting de beroemde Garden Route. De bebouwing langs de weg maakt langzaam plaats voor heuvels en bergen met weilanden en bush.
We waren gewaarschuwd voor de bumperkleverigheid van de Zuid Afrikanen. Ze zouden rijden als gekken en je zonder pardon de vluchtstrook op duwen. Maar het blijkt veel vriendelijker. Als je merkt dat de auto achter je sneller kan dan jij, dan ga je op de vluchtstrook rijden, zet je je knipper naar links aan en laat je hem erlangs. Als hij gepasseerd is bedankt hij je door even met beide knipperlichten te knipperen. En als je wilt kun je dan "geen dank!" zeggen door heel even groot licht terug te seinen. Ontzettend beleefd eigenlijk.
Onderweg stoppen we een paar keer om koffie te drinken, te tanken en een boodschap te doen. We zijn nog een beetje bang voor overvallers en ander schorriemorrie, dus parkeren we de auto in het zicht, nemen we alle waardevolle spullen mee de auto uit en houden we alles stevig vast. Maar er gebeurt natuurlijk niets. Alleen maar allervriendelijkste mensen.
Eind van de middag gaan we vlak voor Knysna van de snelweg af. We rijden eerst nog een stuk over asfalt, en daarna een paar kilometer over een steeds slechtere zandweg, tot we uiteindelijk de Forest Edge bereiken. Hier gaan we drie nachten blijven.
Ons huisje staat, niet verrassend, aan de rand van het bos. Op het terrein staan nog een paar huisjes, twee ezels en een heleboel mooie planten. We drinken gefilterd regenwater, de receptie werkt op zonne-energie en alle niet inheemse planten worden uitgeroeid. Kortom: ons ben duurzaam. We lopen het risico bezoek te krijgen van bavianen, olifanten en wilde katten, maar de twee rhodesian ridgebacks houden de meeste beesten op afstand. Maar of we voor de zekerheid toch de ramen dicht willen doen als we het huis verlaten, want de bavianen houden alles in de gaten.
Voor enge slangen en spinnen hoeven we niet bang te zijn. Als er al een slang in de buurt is, slaan de vogels alarm en komt de eigenaresse hem hoogstpersoonlijk verwijderen. Maar dat gebeurt echt bijna nooit.
Het huisje heeft alles wat een mens nodig heeft, inclusief een buitendouche, een veranda met hangmat en een grasveldje met een braai. En rust. Veel rust. Eindeloze rust.

12 Februari
Het is een warme dag. Nee, het is een hete dag. Snoeiheet. Verlammend heet. We proberen het uit te houden op de veranda, in de hangmat met een boekje. De warmte sust ons al snel in slaap. Als de zon onder het afdakje door schijnt, wordt ook de veranda ontoegankelijk. Binnen met de ventilator aan gaat het nog net. Dan maar binnen met een glaasje koud water. En ook daar vallen we in slaap.
Eind van de middag verhuizen we naar het grasveldje aan de zijkant van het huis. In de schaduw en in de wind is het daar redelijk uit te houden. Koele witte wijn en een schaaltje nootjes maken ons geluk compleet.
Maar wat horen we onder het huis rommelen? De Jack Russel van de tuinman is in gevecht met ... een slang! Help! De tuinman is niet ver weg en zegt dat zijn hond stom is en de slang bijna dood. Maar hij gaat gelukkig ook het gereedschap pakken om de slang te vangen. Even later heeft hij het beest te pakken en kruipt hij onder het huis vandaan met een heuse boomslang. De hond heeft hem redelijk te pakken genomen, maar de slang heeft nog genoeg energie om zijn tanden stevig in de slangentang te zetten. De boomslang is de op-een-na giftigste slang van ZA. Gelukkig heeft hij maar een klein bekje en zitten zijn giftanden redelijk ver achterin de bek, zodat hij je niet snel dodelijk kan bijten, maar toch, geen fijne jongen.
De eigenaresse vindt het een erg mooi beest en daar moeten we haar toch wel gelijk in geven. Ze is blij dat er toch nog boomslangen blijken te zijn, want ze zijn goed tegen de mollen. Ze gaat met het beest naar de dierenarts om te zien of hij gerepareerd moet worden, of dat hij zo het bos weer in kan. En we moeten maar hopen dat het hondje niet gebeten is, want dan heeft, letterlijk, zijn laatste uur geslagen.
De volgende dag vertelt ze dat de slang alleen wat oppervlakkige wonden had, verderop is losgelaten en daar soepeltjes weer het bos in kroop.
Enigszins gespannen drinken we op de veranda, met onze sandalen weer aan, ons glaasje wijn op. Vanavond voor ons geen braai op een donker grasveldje, maar gewoon uit eten in Knysna.

13 Februari
Het was voorspeld en het komt uit: regen. Miezer, motregen, echte regen, terug naar motregen en zo de hele dag door. Goed weer om uit te slapen, te lezen, en weer verder te slapen. Buiten in de regen zien we het hondje van de tuinman rondhuppelen. Gelukkig maar.
Begin van de middag gaan we even naar Knysna voor wat boodschappen. Daarna rijden we, ondanks het slechte weer, door naar de Knysna Heads. De Heads zijn de rotspartijen aan weerszijden van de ingang van de Knysna Lagoon. En zelfs in de regen, zelfs met de wolken laag boven de lagune en de zee, zelfs met grijs in plaats van blauw water, zelfs dan is het toch best wel heel erg mooi. We denken terug aan de rotspartijen bij het schiereiland van Kaikoura, zo mooi.
Daarna gaan we terug naar ons hutje. Het is een prima middag om bijvoorbeeld een olympische wedstrijd schaatsen te bekijken, maar helaas heeft de televisie maar drie kanalen met Zuid Afrikaanse soaps. Dus lezen we een boek.
's Avonds, als de regen op lijkt te houden, ontsteken we de braai. Net als de kooltjes zo mooi gloeien dat het vlees erop kan, begint het weer zachtjes te regenen. En al snel ietsje harder. In de regen en in het donker worden het vlees en de groenten net iets te hard geroosterd. Maar toch, we genieten op onze veranda van ons hutje aan de rand van het bos.

14 Februari
Tijdens het afwassen van de ontbijtspullen zien we uit het keukenraam hoe een groep bavianen verderop door een weiland loopt. Een van de apen zit op de uitkijk op een hoge paal. Hij kijkt ons recht aan, zo lijkt het. Als we naar buiten lopen om een foto te maken, springt hij soepel van de paal naar beneden en rent hij de groep achterna. Cameraschuw, maar vooral ook erg alert.
We verlaten ons hutje en rijden in de regen verder naar het oosten. Gedurende de ochtend gaat het steeds harder regenen en telkens als we een rivier oversteken, rijden we door een mistwolk. Als we bij een van de bredere rivieren nauwelijks twintig meter zicht overhebben, gaan we maar stapvoets rijden. En dat was maar goed ook. Als we uit de mist tevoorschijn komen, steekt vlak voor de auto een groep bavianen de weg over. Van auto's zijn ze duidelijk niet bang. Waarvoor wel, vraag je je af.
Begin van de middag houdt de regen op en breekt er af en toe een zonnestraal door de wolken. We verlaten de N2 en rijden over een rustigere weg weer langzaam richting de kust. Langs de weg, op de weg eigenlijk, staan groepjes zwarte Afrikanen die proberen een handvol fruit te verkopen. Hoeveel zouden ze verkopen per dag? Waarschijnlijk te weinig om zelf behoorlijk van te eten, denken we. Maar ook wij rijden door.
Als we in Port Alfred aankomen schijnt de zon weer gewoon, zoals het hoort, we zijn immers in Afrika. Het heeft hier hard geregend de afgelopen dagen, want er staan diepe plassen op de weg. Of zou dat vooral liggen aan de kwaliteit van de wegen?
We hebben ons B&B gekozen omdat het uitzicht op zee zou hebben. Dat heeft het ook, maar niet vanuit onze kamer. Wel kijken we uit op een elektrisch beveiligd hek en op de straat. En de straat dus op ons. Een stuk minder idyllisch dan we ons hadden voorgesteld, maar vooruit, we blijven.

15 Februari
Als opwarmertje voor ons avontuur in de beestenboel van Botswana bezoeken we vandaag het Sibuya Game Reserve. In een half uurtje rijden we van Port Alfred naar Kenton-on-Sea, waar we ons melden bij het kantoortje. We blijken vandaag af te stevenen op een privé-safari. Er is ook een gezinnetje met jonge kinderen dat vandaag meegaat, maar voor het goede humeur van alle betrokkenen is besloten dat we gescheiden van elkaar rond gaan rijden. We hebben dus een gids en een Land Cruiser voor onszelf. Boffen wij even.
Eerst varen we met het gezin en een ouder Engels stel de rivier op richting het reservaat. De rivier slingert met grote lussen landinwaarts. Langs de rivier, op de zandbanken, zijn de nodige vogels bezig slakjes en wormpjes uit de modder te pikken. Na drie kwartier varen bereiken we de lodge en gaan we aan land. Een luxe lunch volgt, compleet met koele witte wijn en net gedekte tafels. Tijdens de lunch praten we met onze blanke gids over de apartheid van toen en de blijvende ongelijkheid van nu. Hij is eerlijk, maar blinkt niet uit in al te warme gevoelens van rechtvaardigheid. Als jongentje wist hij niet beter, hij had een goed en comfortabel leven. Dat de apartheid nu is afgeschaft vindt hij prima, elke strijd is een verspilling van energie en geld. Maar er is niks veranderd, want de zwarten zijn nu eenmaal anders dan de blanken. En ze wonen nu ook nog steeds allemaal bij elkaar. Vrijwillig, volgens hem. Een beetje kort door de bocht natuurlijk. Maar over één ding zijn we het wel eens. Als er een oplossing is voor de ongelijkheid, dan is het scholing. Maar ook daar is nog een heleboel ongelijkheid. Kortom: het zal nog lang duren.
Gelukkig is de man geen president, maar gids in een wildpark. En dat doet hij goed. Na de lunch stappen we achterin de Toyota 4x4 en gaan we rijden. Het is soms op de zandweg, maar vooral off-the-road. Over het gras, door de modder, tussen de struiken door en dwars over kleine boompjes als het moet. Het eerste wild dat we tegenkomen is een grazende impala, vlak naast de auto. We zien er uiteindelijk honderden van, maar de eerste keer is het zeker bijzonder. Maar daarna komt nog veel meer moois. Wildebeesten, zebra's, giraffen, neushoorns, waterbokken, apen, kudu's, buffels, nog meer soorten antilopen, een heleboel vogels, zesduizend termietenheuvels en natuurlijk: leeuwen.
De leeuwen, een mannetje en twee vrouwtjes, zijn in dit park gescheiden van de andere beesten. Dit om te voorkomen dat onschuldige kampeerders op de oevers van de rivier zomaar opgepeuzeld worden. De beesten krijgen elke drie dagen een dood beest toegeworpen, dus zelf jagen hoeven ze niet. Maar ze blijven gevaarlijk, dus ze zitten achter een dubbel hek. Ze hebben eigenlijk een behoorlijk groot hok, ongeveer net zo groot als het Vondelpark.
Als wij langskomen liggen ze te rusten in de schaduw, onder een boom. Slaperig gluren ze naar de auto. Geen reden om op te staan, zoveel is duidelijk. Ook niet als onze gids de auto op vijf meter afstand parkeert en we met de motor uit een paar minuten rustig naar ze gaan zitten staren. Nou ja, rustig ... Als ze zouden willen, zouden ze zo in twee sprongen naast ons in de auto kunnen zitten en drie heerlijke hapjes hebben, maar ze zien een auto met mensen erin niet als prooi. Mensen buiten de auto zeker wel, dus we blijven rustig zitten. Nou ja, rustig ...
Als we weg proberen te rijden blijkt dat we een lekke band hebben. Heel rustig rijden we naar een plekje buiten het dubbele hek, zodat de gids een wiel kan verwisselen. Best een beetje spannend allemaal.
Drie uur rijden en een slordige tweehonderd foto's later zijn we weer terug bij het bootje. In de avondzon varen we terug naar Kenton. Daar eten we nog wat met uitzicht op zee.
Het smaakt naar meer. Hopelijk gaan we in Botswana dit allemaal nog eens dunnetjes overdoen. En dan elke dag. Iedereen die we spreken is superenthousiast over Botswana, schitterend land, aardige mensen en vreselijk veel beesten. Wij zijn er klaar voor.

16 Februari
We bezoeken Bathurst, een redelijk oud en authentiek dorpje, een stukje landinwaarts vanaf Port Alfred. Op de locale markt kopen we een souvenir voor onszelf: een kleurige giraffe van staaldraad en kraaltjes. Echt handwerk van een zeer goedlachse Zimbabwaan die er zijn creaties staat te verkopen. Hoe we het ooit naar Nederland vervoerd krijgen zien we wel. We dopen het beest Zim.
Daarna doen we aan sightseeing met de auto. In het dorp is één straat geasfalteerd, de rest is zanderig, modderig, rotsachtig, bonkig en vooral een stevige uitdaging voor ons stadse Polootje. We zijn niet zo onder de indruk van de sights. Het leukste plekje van het dorp is volgens ons dan toch de kroeg. Daar bestellen we een heerlijke boboti voor de lunch.
Eenmaal terug in Port Alfred maken we een wandeling over het strand, langs de eeuwige branding, met uitzicht op de goudgele duinen. Op de vloedlijn stikt het van de slakjes met groene schelpen die zich, als het water zich terugtrekt, razendsnel ingaven in het natte zand. Minder indrukwekkend dan neushoorns en leeuwen, maar toch ook leuk.

17 Februari
We verlaten de kust en rijden naar het noorden. Grahamstown heeft een universiteit en dus studenten en dus gezelligheid. We stoppen er voor koffie en wat boodschappen. In de volle zon in het zo heet dat er van gezelligheid weinig te merken is, maar er is toch redelijk wat volk op straat en, ook wel eens leuk, de zwarte bevolking lijkt op alle fronten mee te doen.
Daarna rijden we door naar Hogsback, een stadje in de bergen, omgeven door bos, bergen en watervallen. Door de jaren heen hebben nogal wat 'artistieke types', hippies en zwevers hun intrek genomen in het dorp, dus de sfeer is ontspannen. Bovendien hebben de Engelse bewoners er eind 19e eeuw een heleboel mooie parken en tuinen aangelegd, dus er zijn veel mooie plekjes om op een bankje van het groen te genieten.
Eén van die plekjes is het Nutwood Park, een enorme tuin met daarin een oude boerderij en wat losse huisjes. Het bedoeninkje wordt uitgebaat door twee oudere heren. De een is een gezellige kletskous, de ander een fenomenale kok. Om hen heen dartelen twee grote en een kleine hond en een rode kater. De beesten laten zich graag aaien, en wij werken er graag even aan mee. We zijn de enige gasten, dus de rust is overweldigend. Als we een rondgang maken door de tuin, misschien kunnen we beter spreken van het park, zien we hoog in de bomen wat apen tussen de takken slingeren. Rond de vele gazonnetjes staan eindeloos veel bloemen in bloei en talloze bomen vol vruchten. Het is een heerlijk lustoord.
's Avonds eten we 'thuis'. Kaarslicht, zachte klassieke muziek, kristal op tafel en een carte blanche voor de kok. Voortreffelijk. Heerlijk. Smakelijk. Of zoals ze dat in het Afrikaans zeggen: lekker. Erg lekker.

18 Februari
De bossen en de watervallen rondom Hogsback worden geprezen, dus we gaan eindelijk weer eens wandelen. We kiezen een route van een uur of drie door het bos, net mooi op een warme zomerochtend.
Al snel blijkt dat wandelen in ZA iets heel anders is dan trampen in NZ. Het begin van de wandeling is niet duidelijk gemarkeerd, maar is gewoon ergens aan het eind van de achtertuin van een lodge. Het trappetje de berg af is verzakt en verzwakt, geen vergelijk met de versgetimmerde constructies in NZ. En het paadje door het bos is smal en grotendeels overgroeid.
En in dat laatste zit het hem. Het bos is natuurlijk een prima schuilplek voor de Puffadder, een zeer giftige en agressieve slang. We hebben er net de avond ervoor het een en ander over gelezen en de schrik zit er goed in. En dat de dame bij de VVV zegt dat die beesten hier niet zoveel voorkomen doet daar niets aan af. En dan zijn er nog wel meer onderkruipsels die we liever niet tegenkomen zonder dat we weten wat we ermee aan moeten.
Nee, lekker op ons gemakkie een ommetje door het bos is het niet. We kunnen er niet echt van genieten. En los daarvan vinden we het bos ook niet spectaculair mooi, en hebben we de afgelopen tijd genoeg watervalletjes van dichtbij gezien, dus genoeg redenen om halverwege terug te keren.
Als goedmakertje lopen we wel nog een rondje door het plaatselijke arboretum om ons te vergapen aan de vijf Giant Redwoods die ze daar hebben. Maar daarna zijn we uitgewandeld en maken we ons langzaam op voor 10 km schaatsen.
Op de bank bij onze gastheren genieten we volop van Bob, Jorrit en Sven. Schitterende strijd, meeslepend persoonlijk drama en onbeschaamde nationale trots. Kortom: sport zoals sport bedoeld is.
's Avonds aan tafel in ons favoriete restaurant is het weer smullen geblazen. Niet alleen van het eten, maar ook van de twee vrienden van onze gastheren. Een ander stel uit het dorp dat ook een restaurant runt. Mannen onder elkaar, zullen we maar zeggen. Het is vermakelijk theater.

19 Februari
We moeten langzaamaan richting Johannesburg, dus we rijden een heel stuk naar het Noorden. Het regent bijna de hele tijd, maar ondanks de eindeloze grijsheid is het onverwacht toch een mooie rit. Het land is leeg. Vooral gras met af en toe een rotsblokje. Glooiende velden en af en toe een groepje tafelbergen. Heel soms een paar koeien. Hoe langer we er naar kijken, hoe mooier we het gaan vinden. En we moeten er lang naar kijken, want we rijden van negen tot vijf. Een soort werkdag, dus eigenlijk. En ongeveer net zo vermoeiend.
Eind van de dag komen we aan in Aldam Estate. Het is een vakantiepark-achtig ding met huisjes en een speeltuin en een restaurant, mooi gelegen aan een stuwmeer, vlak bij een Nationaal Park. Het was aangeraden door de Lonely Planet, maar wij raden het iedereen af. Vervallen rieten daken, bladderende verf, gaten in de wegen, kale spaarlampen aan het plafond en harde eenpersoonsbedden. Als kers op de taart was er bijna de hele avond een stroomstoring. Oh ja, en het restaurant, waar het gezellig donker was, had plek voor tweehonderd gasten, maar er waren er acht. En de ober sprak nauwelijks Engels. En er was geen wifi. Een beetje verdrietig, dus allemaal. Als het goed was geweest waren we er misschien wel drie nachten gebleven, maar één nacht lijkt ons bij nader inzien meer dan genoeg.
Laat op de avond worden we nog getrakteerd op vuurwerk. Donder en bliksem knallen door de lucht. Vlak boven ons, aan de overkant van het meer, overal noodweer. We doen de gordijnen open om te genieten van het natuurgeweld. Mooi, maar met onverwachte gevolgen ...

20 Februari
We zijn niet meer gewend om zonder Tripadvisor een plekje te zoeken, maar het moet, dus gaan we op goed geluk richting Clarens. Dat schijnt een leuk stadje te zijn, vlak bij een mooi nationaal park. Kan niet missen dus.
Als we Clarens naderen wordt het landschap inderdaad elke bocht mooier. Mooie zandstenen rotspartijen getuigen van duizenden jaren wind en regen. Dat belooft nog wat voor het park, dat zal dan wel nóg mooier zijn. In Clarens zoeken we direct een terras voor de lunch en wat wifi.
We hebben een alarmerend bericht van Marnie, de contactpersoon van het project in Botswana waar we overmorgen als vrijwilliger aan de slag gaan. De regen van de afgelopen dagen heeft een deel van het kamp weggespoeld en de wegen ernaartoe veranderd in onbegaanbare modderpaden. Het is onbereikbaar en dus wordt ons project per direct geannuleerd. Of we zo snel mogelijk contact op willen nemen ...
We zijn geschokt. We verheugen ons al maanden op de geplande vier weken in de wildernis en iedereen in Zuid Afrika vertelt ons dat Botswana ontzettend mooi is. Bovendien zijn we in Zuid Afrika omdát we naar Botswana gaan, en ook dát voelt in een klap een beetje zinloos. Het afsluitende hoogtepunt in de bush valt nu, letterlijk, in het water. Wat nu?
Nou ja, nu eerst maar even een plek zoeken voor de komende twee nachten, bij voorkeur met snelle internetverbinding, want die zullen we nodig hebben. Al snel blijkt dat vrijwel alle bedden in het stadje vergeven zijn. In Clarens hebben ze jaarlijks een bierfestival en laat dat nu net morgen beginnen. Met veel geluk vinden we nog een kamertje voor één nacht.
We skypen met Marnie en bespreken de mogelijke alternatieven. Ze hebben een project in Kenya, maar dat is op dit moment geen gezellig land, dus dat willen we niet. Leuke projecten in Kwazulu Natal dan? Tja, we waren eigenlijk wel klaar in ZA. Maar Zimbabwe ... Ja, dat zou wel een heel leuk kunnen worden. We besluiten er een nachtje over te slapen en morgenochtend een besluit te nemen.
En dan is het de hoogste tijd voor een biertje. Clarens is een bijzonder ontspannen stadje. Zo ontspannen dat je er als blanke zelfs 's nachts zonder vrees over straat kunt. Twee straten van ons B&B vandaan ligt het centrale 'plein', een grasveldje. Daaromheen allerlei winkeltjes en restaurantjes en natuurlijk de lokale brouwerij, epicentrum van het aanstaande bierfest. Daar drinken we de teleurstelling weg en proosten we op het nieuwe avontuur bij de Victoria Falls.

21 Februari
Een paar kilometer van Clarens ligt het Golden Gate Highlands National Park. Het is verbluffend mooi. De zandstenen bergen en rotswanden worden gaandeweg hoger en de weg slingert er tussendoor. Tussen de grassige vlakken door vult het landschap zich met kromgesleten rotsen die indrukwekkend omhoog steken. Kleine watervalletjes en stroomjes glimmen langs de stenen omlaag en de wind blaast glooiende golven in het glanzende, groene gras.
Er zijn twee rondritten door het park, bijzonder geschikt voor een wandeling met de auto. We rijden van uitzichtpunt naar uitzichtpunt en houden de ogen open voor het beloofde wild. Af en toe een eenzaam wildebeest op een grassige helling, twee zebra's bovenop een berg, een groep apen op de rotsen en twee secretarisvogels in het lange gras.
In een park zonder slangen en leeuwen durven we ook wel te wandelen, dus lopen we naar de Echo Ravine. Het is lekker even te lopen, maar het voegt weinig toe aan dat wat we vanuit de auto al gezien hadden. Dus doen we niet nog een wandelingetje, maar rijden we langzaam verder door het park.
Verderop in het park worden de bergen wat lager en de grasvlakten wat eindelozer. Een prima omgeving dus voor een kudde impala's. Of een kudde zebra's. Of wildebeesten. Of waterbokken. Ze zijn er allemaal, soms wel met honderden tegelijk. Het is Afrika zoals we dat kennen van de tv, maar dan in 3D en 360 graden. Gewoon, langs de kant van de weg.
Vanuit het park rijden we door naar het stadje Harrismith voor de laatste B&B van de trip door ZA. De Oude Huize is een huis uit eind 19e eeuw. Het is door de eigenaars, Hennie en Sandra, gered van zeker verval en omgetoverd tot een comfortabel huis. En om de huiselijkheid te vergroten is het afgevuld met oude meubels en snuisterijen. Het is een soort brocante, vol grappige spullen die je zelf nooit zou kopen maar waarvan het leuk is dat een ander dat wel gedaan heeft.
Sandra serveert ons 's avonds een zeer smakelijk driegangendiner en Hennie schenkt een prima fles wijn. Het is een passend slot van ons verblijf in Zuid Afrika: gastvrijheid en gastronomie.
Ze hebben de opmerkelijke gewoonte een foto te maken van alle gasten, dus ook wij moeten even poseren. En dan moeten zij natuurlijk zelf ook even op de foto.
Sandra geeft ons een ontbijtpakket mee voor de volgende ochtend. We moeten om zes uur wegrijden om op tijd in Johannesburg te zijn voor onze vlucht naar Zimbabwe.
Twee weken ZA zijn voorbij. Een heel ander avontuur weer dan alles ervoor. Een beetje rustiger aan, maar toch weer een reis vol bijzondere indrukken. Het is een land dat ons hart nog niet volledig veroverd heeft. De apartheid is nog niet weg, een zwarte middenklasse ontbreekt, en dat geeft toch een permanent ongemakkelijk gevoel. Maar er zijn schitterende plekken en een heleboel leuke beestjes. En het land heeft een heleboel gezichten die wij nog niet gezien hebben. Daarvoor komen we vast nog wel eens terug.

  • 23 Februari 2014 - 22:56

    Saskia Cornel:

    Hoi Guus en Jur,
    Fijn om weer van jullie te lezen! Onze gedachtes gaan naar jullie uit!
    Wat lijkt me dat heerlijk , elke dag iets leuks doen! luieren als je wilt! eropuit als je wilt. Geniet, en de tijd zal voor jullie gevoel sneller gaan nu het einde een beetje in zicht komt?
    Liefs
    Saskia

  • 23 Februari 2014 - 22:59

    Gabri:

    Hoi Guus & Jur,

    kom maar op met die foto's. Ik ben benieuwd naar de beelden van Z.A.
    Balen dat Botswana niet doorgaat.
    Maar dan maar een ander avontuur.

    Veel plezier in Z.B.

    Grt. ook van Carla

  • 24 Februari 2014 - 10:17

    Lodewijk:

    JUR houdt nog steeds niet van vis en kaas.Dus hij vond het bij de pinguins een beetje stinken. Straks krijgen we nog een opmerking over de sokken van de Afrikanen of dragen ze die daarom niet?
    Leuk verslag weer, maar het blijkt weer dat het Zuidereiland van NZ moeilijk te slaan is!

  • 24 Februari 2014 - 11:50

    Maurice:

    Jullie verslag, wederom, met veel plezier gelezen. Ik wist niet dat ZA slechts als tussenstop diende. Verslag van Robbeneiland erg indrukwekkend alhoewel ik mij zeer zou storen aan toeristen zonder manieren. Erg jammer dat Botswana niet doorgaat.
    Wij waren een weekje in Pontresina. Er lag erg veel sneeuw. Matti voor het eerst naar de skischool en Annika skiën op de gletsjer. En ik? Ik een beetje wandelen en veel fotograferen (ik heb twee reportages gemaakt en trouwens, ik heb je één foto gestuurd Guus). Hé, hou jullie goed! Moedig voorwaarts, Maurice

  • 25 Februari 2014 - 12:15

    Pa En Ma Lachmeijer:

    Dag allebei
    Jongens, wat een verhaal weer. Jammer dat jullie plan niet door kon gaan.Ook hier zijn we bezig de middenstand af te schaffen zoals je weet.
    hier in huis was het ook niet pluis: 1: de televisie begaf het, 2: de belverklikker doet het niet meer, 3:de stoeltjeslift ging haperen, dus 3keer scheepsrecht zeggen we dan.
    Leve de techniek!!!! We blijven optimist.
    Goede reis weer gewenst,veel groeten,
    xxxxxxx Pa en Ma

  • 25 Februari 2014 - 16:14

    Bert:

    Jur! Guus!

    Van kiwi naar kaap, het is weer een prachtig reisverslag. Ik kan me voorstellen dat er maar weinig kan tippen aan het zuidelijke eiland. Als je het uitzicht op Rotterdam vanaf de Brienenoordbrug niet meetelt natuurlijk. Krijgen jullie zo langzamerhand niet een klein beetje heimwee?

    Goed om te horen dat Zimbabwe stabieler is dan Kenia. Het staat me vaag bij dat het er altijd onrustig is in verkiezingstijd, maar waarschijnlijk heeft Mugabe de verkiezingen gewoon afgeschaft.

  • 27 Februari 2014 - 14:20

    Hennie & Sandra :

    De Oude Huize sê baie dankie vir julle wonderlike woorde.
    Groetnis uit Zuid-Africa
    Hennie & Sandra

  • 05 Maart 2014 - 22:19

    Nanne Nicolai:

    Namaste, Hier een berichtje van "die alleraardigste boomlange (volgens mij is Jur zelfs langer) Fries die van zijn vrouw mocht buiten spelen..." ;-) Jullie zouden iets met tekstschrijven moeten gaan doen. Ik was benieuwd hoe het met jullie ging en waar jullie nu waren en ik zie dat jullie nog veel vd wereld hebben gezien. Dingboche zal wel heel erg lang geleden voor jullie zijn, of denken jullie nog vaak terug aan je avontuur in Nepal. Veel plezier nog de komende weken. Groetjes, Nanne

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 02 Okt. 2013
Verslag gelezen: 2480
Totaal aantal bezoekers 33675

Voorgaande reizen:

07 Oktober 2013 - 31 Maart 2014

180 dagen rond de wereld

Landen bezocht: